We startten het met een voorlopig begrotingssaldo van € 1.174.000 positief. In de loop van het jaar verschenen we acht perioderapportages. Het verwachte saldo na de 8e perioderapportage was inclusief het restantbudget onvoorzien € 3.885.000 positief.
Na de 8e perioderapportage is het saldo van onze jaarrekening verder gestegen naar bruto positief € 9.378.000. Hierin zitten de voorgestelde budgetoverhevelingen van in totaal € 1.521.000.
Het netto positief saldo komt daarmee op € 7.857.000 en is € 3.972.000 voordeliger dan na de 8e perioderapportage 2021.
Het extra verschil bestaat uit:
Onderwerp | Bedrag |
---|---|
Salarissen (inclusief voormalig personeel), personeel van derden en organisatiekosten | 1.346 |
Kapitaallasten | 227 |
Rijkscompensatie COVID-19 via het Gemeentefonds | 826 |
Belastingen, heffingen en leges | 804 |
Toegerekend aan grondexploitatie en investeringen | -394 |
Bijdrage aan verbonden partij RUD | -248 |
Diverse mutaties boven € 100.000 | 650 |
Overige mutaties | 187 |
Voordeliger resultaat dan stand 8e perioderapportage 2021 | 3.972 |
Hieronder geven wij een toelichting op de grootste verschillen.
Salarissen (inclusief voormalig personeel), personeel van derden en organisatiekosten
Het voordeel op salarissen en wachtgeld bestaat uit: salarissen ambtelijk personeel € 47.000, ontvangen bedragen Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) € 27.000, werkkostenregeling € 29.000 en pensioen/wachtgeld uitkeringen € 52.000.
Vooral door COVID-19 hebben we voordeel op organisatiekosten, waaronder scholing (€ 102.000), begeleiding nieuwe software (€ 76.000), bureaubehoeften en (onderhoud) inventaris (€ 98.000) en schoonmaak (€ 81.000).
Door de stijging van de rekenrente en het overlijden van een pensioengerechtigde in het afgelopen jaar valt een deel van de pensioenvoorziening APPA (€ 502.000) vrij.
Op het budget inhuur personeel van derden hebben we € 525.000 over. Mede vanwege COVID-19 en de krapte op de arbeidsmarkt lukte het niet om het restant van dit inhuurbudget volledig in te zetten.
Vanuit de posten organisatiekosten hevelen we € 196.000 over naar 2022 voor de regeling vergoeding inrichting thuiswerkplek (€ 95.000) en implementatiekosten SAAS-applicaties, software bij leveranciers (€ 101.000).
Kapitaallasten
Dit is het restant voordeel dat overblijft na eerder vrijval van onderuitputting in zowel de 6e als de 8e perioderapportage 2021.
Rijkscompensatie COVID-19 via het Gemeentefonds
Het Rijk stelde middelen beschikbaar om de gevolgen van de Corona-pandemie voor inwoners en ondernemers te verzachten. De stelposten betreffen de (extra) ontvangen bedragen voor ondersteuning in het sociaal domein en een bedrag aan vrijval Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten, de zogenoemde TONK-middelen (€ 735.000).
Belastingen, heffingen en leges
Naast dat de voordelen over de diverse belastingen (OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing) zijn verspreid is er een belangrijk voordeel op de leges omgevingsvergunningen van € 526.000.
Toegerekend aan grondexploitatie en investeringen
Wij hebben een nadeel door minder toerekening van werkelijke salarissen en overhead aan investeringen, bedrijventerreinen en grondexploitatie. Deels betreft dit het bij de begroting 2021 niet geheel juist (teveel) toepassen van de overhead bij de toerekening.
Bijdrage Regionale Uitvoeringsdienst Zeeland (RUD)
De gemeente neemt diensten af van RUD Zeeland op basis van p x q (hoeveelheid x prijs). De afrekening hiervan leidt in deze jaarrekening tot een nadeel van € 248.000. Het hogere bedrag komt voornamelijk door meer inzet op vergunningen, klachten, asbest en bestuurlijke handhaving.
Afvalinzameling en -verwerking
Door vooral hogere vergoedingen van derden voor oud papier (€ 193.000) en kunststofverpakkingen (€ 144.000) hebben we voordeel.
Daarnaast is er nog éénmaal een voordeel op het vervangen en aanschaffen van diverse afvalcontainer van € 227.000. Als gevolg van de nieuwe nota materiële vaste activa van de commissie Besluit Begroten en Verantwoorden moeten wij de containers activeren. Dit moesten wij voor dit jaar nog doen. Vanaf de begroting 2022 zijn de containers opgenomen in het investeringsprogramma.
Verschillende mutaties boven € 100.000
Het per saldo voordeel op de posten boven de € 100.000 betreft voornamelijk energie (125.000 V), Verhuur onroerende zaken Zeeuwse Gronden (€ -129.000 N), Subsidie PSP kinderopvang (€ 101.000 V), Bijdrage verbonden partij CVV onderdeel programma 4 Onderwijs (€ 195.000 V), Specifieke uitkeringen Sportaccommodaties (€ 151.000 V), overschot op de stelpost COVID-19 (€ 207.000 V).
Overige mutaties
Dit bedrag bestaat uit verschillende kleinere posten.
Sociaal domein
Het afgelopen jaar ontvingen we extra incidentele middelen van het Rijk (€ 1,5 miljoen) voor uitvoering van de jeugdwet. Dit was niet voldoende om tekorten in het sociaal domein af te wenden.
In de cijfers hierboven namen wij het per saldo tekort van het hekwerk sociaal domein (=Jeugdwet, Wet maatschappelijke ondersteuning, Participatiewet) niet op. Ons uitgangspunt blijft dat wij het Sociaal domein binnen het hekwerk budgetneutraal organiseren. Dat betekent dat wij de tekorten dekken vanuit de reserve Sociaal domein. In 2021 daalde de reserve Sociaal domein met een bedrag van € 1.350.000. Mede door deze mutatie zijn de lasten binnen het hekwerk sociaal domein gelijk aan de bijdragen van het Rijk voor de hiervoor genoemde wetten.
Bij onderdeel III toelichting op baten en lasten, analyse rekeningresultaat en analyse per programma gaan wij verder in op de hierboven genoemde verschillen op hoofdlijnen.